Assortiment -
Glazen
BREKINGSINDEX
Brillenglazen kunnen in 2 soorten worden onderverdeeld: mineraal (‘glas’) en kunststof. De brekende werking waardoor de sterkte ontstaat wordt veroorzaakt doordat het glas een optisch dichter medium heeft dan lucht. Dit wordt de brekingsindex genoemd. De brekingsindex van de normale, dikkere glazen bedraagt ongeveer 1.5. Zowel in mineraal als in kunststof zijn de glazen ook in een hogere brekingsindex leverbaar (resp. tot 1.9 en 1.74) wat vooral bij hogere sterktes een aanzienlijke reductie in dikte kan opleveren. Hierdoor zal bij min-glazen een dunnere rand ontstaan en bij plus-glazen minder middendikte. De brekingsindex is echter niet het enige wat de dikte van het glas bepaald. Ook bij kleinere brillen wordt zowel de middendikte (bij plus-glazen) als de randdikte (bij min-glazen) minder. Bij plus-glazen zijn er ook de zogenaamde ’asferische’ glazen die door hun vlakkere uitvoering minder dikte vertonen.
MINERAAL
Deze glazen zijn vervaardigd uit een optisch, zuivere soort glas. Het materiaal is vrij hard, waardoor ze redelijk ongevoelig zijn voor krassen. Wel zijn ze breekbaar, waardoor ze in sommige brillen niet aan te raden zijn (bv kinderbrillen en sportbrillen). Ook zijn ze wat gewicht betreft duidelijk zwaarder dan kunststof glazen, wat bij hogere sterktes en/of grotere brillen een nadeel kan zijn. Deze glazen zijn leverbaar met een brekingsindex vanaf 1.52 tot ongeveer 1.9. De glazen met een hogere brekingsindex geven wel een duidelijke vermindering van randdikte of middendikte maar nauwelijks een besparing in gewicht omdat ze uit een zwaardere soort glas zijn vervaardigd. Deze minerale glazen kunnen alleen toegepast worden bij volrandige monturen met een normaal facet.
KUNSTSTOF
Het grote voordeel van de kunststof brillenglazen is het lage gewicht. Afhankelijk van de soort zijn ze 40 tot 60% lichter dan minerale glazen. Een ander voordeel is dat ze nagenoeg of helemaal onbreekbaar zijn. Doordat alle kunststof glazen worden uitgevoerd met een krasbestendige laag wordt de hogere krasgevoeligheid gecompenseerd. Deze glazen zijn leverbaar met een brekingsindex van 1.5 tot ongeveer 1.74. Een ander voordeel van kunststof glazen is dat ze in ieder montuur toegepast kunnen worden. Hierdoor, en door hun lage gewicht en technische innovaties, worden ze momenteel in 95% van de brillen gebruikt.
ONTSPIEGELEN
Een verschijnsel wat bij alle brillenglazen voorkomt is het aanwezig zijn van reflecties aan het glasoppervlak. Bij de normale, dikkere glazen bedraagt deze reflectie ongeveer 4% per oppervlak, waardoor dus 8% van het licht gereflecteerd wordt. Hierdoor is het glas minder helder en kunnen anderen uw ogen minder goed zien omdat met name lampen en lichtere vlakken gereflecteerd worden. Om dit effect te verminderen kunnen de glazen van een ontspiegeling worden voorzien. Omdat de glazen met een hogere brekingsindex een reflectie kunnen hebben tot ongeveer 16%, zijn deze altijd voorzien van een ontspiegeling. Afhankelijk van de soort glazen zijn er meerdere soorten ontspiegeling mogelijk. Deze ontspiegelingen zijn herkenbaar aan de restreflecties die zichtbaar zijn als u een lamp in de glazen laat reflecteren. De normale ‘blauwe’ ontspiegeling (minerale glazen) of ‘groene’ ontspiegeling (kunststof glazen) verminderen de reflecties tot ongeveer 3.5%. Een andere mogelijkheid zijn superontspiegelingen, die de reflecties kunnen verminderen tot ongeveer een 0.5%. Met deze ontspiegelingen krijgen we het meest heldere resultaat.
UV-FILTER
Onze ogen worden iedere dag blootgesteld aan UV, ongeacht de weersomstandigheden. Door teveel UV-licht kunt u een verhoogd risico lopen op voortijdige veroudering van de ogen en andere oogziekten, zoals staar en huidkanker op de oogleden. Tot 40% van de blootstelling aan UV vindt plaats buiten direct zonlicht. Het wordt veroorzaakt door reflecties vanaf gebouwen, glas, water, de lucht, de grond en zelfs de achterkant van het oppervlak van uw brillenglazen, wanneer deze niet behandeld zijn met een UV-beschermende laag. Al onze kunststof glazen worden daarom standaard uitgevoerd met een UV-filter waardoor de schadelijke werking van dit UV-licht wordt beperkt.
KLEUREN
Brillenglazen kunnen worden voorzien van een kleurfilter om een eventuele lichtgevoeligheid van de ogen wat te beperken of om wat meer accent aan de bril te geven. Over het algemeen zullen het wat lichtere tinten zijn, die niet meer dan 15% van het licht tegenhouden. Op de minerale glazen is de kleur over het algemeen beperkt tot de bruine tinten. Op kunststof brilleglazen is er een veel breder scala aan kleuren mogelijk. Niet alleen bruin, grijs en groen, maar ook o.a. paars, rose, geel en blauw en eventueel overlopende kleuren, bijvoorbeeld blauw wat overloopt in rose. Ook kunnen er zowel op mineraal als op kunststof kleurfilters toegepast worden die tot 85% van het licht tegenhouden waardoor deze geschikt zijn als zonnebril.
FOTOCHROMATISCH
Fotochromatische of meekleurende glazen worden onder invloed van de UV-straling die in zonlicht voorkomt, donkerder van kleur. Uit de zon kleuren deze glazen dan weer in hun oorspronkelijke toestand terug. Nadeel van deze glazen is dat het verkleurend effect ook afhankelijk is van de temperatuur. Bij een hogere temperatuur zullen ze lichter blijven en bij een lagere temperatuur zullen ze donkerder worden. Dit houdt ook in dat ze bij temperaturen rond het vriespunt en bij een lichtere lucht (dus nog geen zon) erg donker zullen worden. In tegenstelling daarmee zullen ze bijvoorbeeld bij het autorijden lichter blijven, omdat de autoruiten al veel UV-straling absorberen en we ons in een relatief hogere temperatuur bevinden. De overgang van licht naar donker en omgekeerd gaat geleidelijk en is voor de drager meestal niet merkbaar. Voor degene die er tegen aan kijkt kan het dan wel eens hinderlijk zijn wanneer de glazen, vooral ’s winters, wel donker zijn. De hoeveelheid licht die tegen gehouden wordt varieert van ongeveer 12 tot 75% bij de minerale glazen en van 3 tot 70% bij kunststof glazen (bij een temperatuur van 20 graden).
De brekende werking waardoor de sterkte ontstaat wordt veroorzaakt doordat het glas een optisch dichter medium heeft dan lucht